Leerplichtwet
De leerplicht geldt voor iedereen die in Nederland woont. Ook kinderen met een niet-Nederlandse nationaliteit, asielzoekers in de leerplichtige leeftijd en kinderen die illegaal in Nederland verblijven zijn leerplichtig en moeten dus verplicht naar school. De leerplicht begint bij 5 jaar. Een kind moet naar school vanaf de eerste dag van de maand nadat het kind 5 jaar is geworden. Als het kind bijvoorbeeld in oktober 5 jaar wordt, moet het op 1 november van dat jaar naar school. De meeste kinderen gaan al naar school als ze 4 jaar zijn. Leerlingen van 4 jaar vallen niet onder de leerplicht, ook niet wanneer ze zijn ingeschreven op een basisschool.
De leerplichtwet geeft de directeur van een school zelf de bevoegdheid of deze een leerling van zijn school, na schriftelijk verzoek van de ouders, vrijstelling verleent van de leerplicht voor een periode van maximaal 10 dagen per schooljaar. Daarvoor gelden wel een aantal criteria.
1. Ziekte. Wanneer een kind ziek is, meldt u dat meteen dezelfde dag op school.
2. Religieuze feestdagen. Een kind kan ook vrijstelling krijgen wanneer het vanwege geloofs-, of levensovertuiging niet op school kan zijn, bijvoorbeeld op een religieuze feestdag. Dat moet dit uiterlijk 2 dagen voor de afwezigheid bij de schooldirecteur worden gemeld.
3. Gewichtige omstandigheden. Een kind kan een vrijstelling krijgen voor gewichtige omstandigheden, zoals een huwelijk of een begrafenis van bloedverwanten of aanverwanten of een verhuizing van het gezin. De schooldirecteur moet toestemming geven voor het verzuim. Een andere ‘speciale’ gewichtige omstandigheid is het buiten de schoolvakanties een kind meenemen op vakantie. Een ouder mag een kind niet mee op vakantie nemen buiten de schoolvakanties. Doet een ouder dit wel, dan is dit in strijd met de Leerplichtwet. De wet biedt echter de mogelijkheid een verzoek in te dienen voor vrijstelling of verlof om buiten de schoolvakantie op vakantie te gaan. Dat kan alleen als een ouder door zijn/haar beroep of dat van zijn/haar partner niet weg kan in de schoolvakanties. Een verzoek tot vrijstelling heet officieel ‘beroep op vrijstelling'. Een verzoek tot verlof buiten de schoolvakanties moet ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen:
a. het gaat om een gezinsvakantie
b. de vakantie kan in niet plaatsvinden in de vastgestelde schoolvakanties vanwege het beroep van u of uw partner
c. het verlof valt niet in de eerste 2 weken na de zomervakantie
Een ouder kan het kind maximaal 1 keer per jaar buiten de schoolvakanties meenemen op vakantie. De ouder moet dan wel voldoen aan alle voorwaarden voor vrijstelling en toestemming hebben van de directeur van de school. De vakantie mag niet langer dan 10 schooldagen duren. Bij een aanvraag voor een langere duur wordt die verstuurd aan de leerplichtambtenaar.
Er mag géén vrij worden gegeven om de volgende redenen:
Goedkopere vakanties buiten het seizoen
• Door anderen betaalde vakanties
• Het ophalen van familie
• Midweek of weekend vakanties
• Al jaren niet op vakantie geweest
• Reeds ticket gekocht of reservering gedaan